Afgelopen najaar plantte ik bij wijze van experiment oranje krokussen. Althans, krokussen die volgens de verpakking en de naam, ‘Orange Monarch’, oranje zouden moeten zijn. Eerlijk gezegd had ik mijn twijfels. Krokussen kende ik in wit en verschillende tinten paars en geel maar oranje leek me een genetische onmogelijkheid, net als een blauwe roos of een zwarte tulp. Die krokussen zouden wel gewoon donkergeel zijn.
‘Orange Monarch’ ofwel Crocus balansae komt oorspronkelijk uit West-Turkije en is vernoemd naar de Franse botanicus Benjamin Balansa (1825-1891), die de streek vaak bezocht. Hij introduceerde de krokus in 1879 in West-Europa. ‘Orange Monarch’ staat bekend als krachtig groeiend en rijkbloeiend. De handelsnaam verwijst naar de monarchvlinder, een van de bekendste Noord-Amerikaanse vlindersoorten, die in grote aantallen van het zuiden naar het noorden van het continent (en weer terug) trekt.
Afijn. De krokussen in de pot op mijn tuintafel zijn uitgekomen – dat was alvast een goed begin. Uit ieder bolletje groeien boeketjes van een stuk of vijftien bloemetjes en dat worden er als het goed is door de jaren heen steeds meer, dus dat rijkbloeiend lijkt ook te kloppen.
De hamvraag: zijn ze oranje? Tja. Ik moet bekennen dat ik, ondanks mijn cynische houding, stiekem op meer had gerekend. Nog dieper oranje – zoals op de verpakking. Ze zijn meer oranjegeel, of geeloranje. Maar toegegeven: ze zijn prachtig, zeker als de zon erop schijnt en ze licht lijken te geven. De paarsbruine streepjes aan de buitenkant zijn zo fijn dat ze getekend lijken met pen en doen me denken aan de olijke Essotijger van weleer.
De grens tussen geel en oranje is arbitrair, net als de grenzen tussen alle kleuren. Toen Isaac Newton eind jaren ’60 van de 17e eeuw het kleurenspectrum had ontdekt, deelde hij het op in 7 kleuren: rood, oranje, geel, groen, blauw, indigo en violet. Hij koos voor 7 omdat het een heilig getal is en omdat hij wilde dat het matchte met de 7 noten van een toonladder. Maar hij had er net zo goed 3, 5, 10, 20 of nog meer kunnen kiezen en de grenzen op heel andere plekken kunnen leggen.
Omdat het dus een spectrum is, waarbij de kleuren in elkaar overvloeien, heb je middenin het segment dat ‘oranje’ heet het ‘echte’, onmiskenbare oranje. Dat gaat aan de ene kant via roodoranje en oranjerood steeds meer richting rood. En aan de andere kant via geeloranje en oranjegeel steeds meer richting geel. Het ligt aan je eigen opvattingen wanneer je een tint nog oranje noemt en wanneer hij wat jou betreft in het gele segment valt. En ja, vergeleken met andere crocussen staat ‘Orange Monarch’ een heel stuk dichter bij oranje. Experiment geslaagd!
De link tussen krokussen en oranje is trouwens helemaal niet gek. De stampers en meeldraden zijn meestal oranje, wat vooral een mooi plaatje geeft bij witte en paarse krokussen. De kleurstof crocine is zelfs genoemd naar de saffraankrokus (Crocus sativus). Opgelost in in water geeft hij een feloranje vloeistof – precies de kleur van Orange Monarch.
Saffraan heeft een bijzondere smaak die tegelijkertijd zoetig, bitter en scherp is. Het komt voor in de stampers van de saffraankrokussen. Die worden geoogst en gedroogd en toegepast in allerlei gerechten, waaronder paella en risotto. Het is een van de duurste specerijen want voor een kilo gedroogde saffraan zijn ongeveer 150.000 planten nodig, een oppervlakte van 2000 m2. Het lijkt me een geweldig gezicht, zo’n onafzienbare akker vol saffraankrokussen. Daarvoor moet ik in Iran zijn, veruit de belangrijkste producent van saffraan. Gelukkig geniet ik ook van mijn potje met saffraankleurige Orange Monarchjes.
Nog even in oranje sferen blijven? Lees dan ook mijn blogs Oranje boven, over mijn verhouding tot oranje, en Een zee van Oost-Indische kers, over de bekende intens oranje bloem. In Paarse zonnebloemen schrijf ik over de genetische onmogelijkheid van bloemen in bepaalde kleuren – zoals paarse zonnebloemen dus.
Regelmatig nieuwe verhalen over kleur, tuinen en planten in je mailbox?