Een goede vriendin was op vakantie in de Chartreuse, een voorgebergte van de Alpen boven Grenoble. De naam van de streek is dezelfde als van de kruidenlikeur chartreuse, die daar sinds 1605 in een kartuizer klooster wordt gestookt, en van de kleur van dat drankje. Of kleuren? Want in de praktijk varieert de kleur van chartreuse, afhankelijk van de mix van kruiden en de verouderingswijze, van felgroen tot zacht geel met een groenige ondertoon.

Het is dus niet eenduidig welke kleur ‘charteuse’ precies is. Ook de namen van andere tinten in het geelgroene (of groengele) spectrum die op chartreuse lijken zijn dat niet. ‘Appelgroen’ – maar welke appel? Granny Smith? Jonagold? ‘Limoen’ – het vruchtvlees of de schil? ‘Lentegroen’ – dat kan al helemaal van alles zijn. Om het helemaal ingewikkeld te maken somt Wikipedia 18 varianten van chartreuse op. Als klap op de vuurpijl is ook de naam ‘chartreuse’ zelf niet omomstreden. In ‘The Designer’s Dictionairy of Color’ schrijft Sean Adams:

Chartreuse as a name has a bad reputation. It is often referred to as a “fake“ color, like aubergine, named by tricky marketing committees.

Kassia St Clair (de auteur van een van mijn favoriete boeken over kleur) schrijft over een andere bekende en zelfs beruchte Franse kruidenlikeur: absint. Ook die heeft allerlei tinten groen, van mint via grasgroen tot geel. In mijn andere kleurenbijbel Colorama wordt ‘gloeiworm’ genoemd. De kleur zoals hij in het boek staat zou je zeker chartreuse kunnen noemen. Alleen jammer dat er ook gloeiwormen zijn die rood licht kunnen uitstralen.

A la Willy Vandersteen noemde ik deze blog ‘Charmant chartreuse’ maar eigenlijk vind ik veel tinten chartreuse niet erg charmant. Eerder nogal heftig en aanwezig. De meest gele versie van chartreuse is zelfs de standaardkleur voor tennisballen en veiligheidskleding, brrr. En ook het groen van de werkkleding van de Vlinderhof (die ik met trots draag maar die naar mijn mening werkelijk niemand flatteert), komt aardig bij dit felle groen in de buurt. Maar in tuinbeplanting ligt dat anders, ik denk door de verdunnende effect van de subtiele vormen van (bloem)bladeren en andere plantendelen en door het tegenwicht van allerlei andere, diepere groentinten.

Vlinderhoffers in het vroege voorjaar aan het werk in de tuin. Wel functioneel, die groene jassen, want je ziet meteen waar je collega’s uithangen, foto Marcel Leicher via Vlinderhof

Een charmante bloem waarvan ik de bloemkleur toch echt chartreuse zou willen noemen is Alchemilla mollis ofwel vrouwenmantel. Sommige mensen vinden hem ouderwets maar ik ben dol op het mooie blad en de frisse, schuimige bloementuiltjes. In veldboeketten, bijvoorbeeld met pioenrozen, zorgen ze voor luchtigheid en samenhang. Een populaire combinatie in tuinen is die met paarse, aarvormige bloemen zoals salvia en kattenkruid (Nepeta). Er is dan een mooi contrast in kleur en in vorm.

Links een close-up van vrouwenmantel (Alchemilla mollis), foto Hans via Pixabay.
Rechts een interessante border met o.a. vrouwenmantel, donkerpaarse Salvia nemorosa (waarschijnlijk ‘Caradonna’), muurfijnstraal (Erigeron karvinskianus) en een fijn siergras (ik denk Vedergras; Stipa tenuissima). Ontwerp van Matthew Childs voor de Hampton Court Flower Show 2012, foto Modeste Herwig.

Ook bij sommige cultivars van siertabak (Nicotiana alata) vind je geelgroene bloemen. ‘Lime Green’ mist door het vele kruisen de heerlijke avondgeur die de oudere, meer oorspronkelijke vormen wel hebben. Daar staat tegenover dat hij uitbundig bloeit en met zijn vele stervormige bloemetjes een perfecte weefplant is, ofwel dat hij uitwaaiert en dan her en der oppopt tussen andere planten. Daardoor onstaat eenheid in een border. Hetzelfde effect heeft zijn neefje Nicotiana ‘Langsdorffii’, dat kleinere, ronde bloemblaadjes heeft.

Links Nicotiana alata ‘Lime Green’, rechts een combinatie van verschillende soorten donkerrode Dahlia’s, Fijn akkerscherm (Amni Visnaga), Verbena bonariensis en Nicotiana ‘Langsdorffi’, foto’s Modeste Herwig

Ook wolfsmelk (Euphorbia), een zeer uitgebreide plantengroep waarvan de meeste cultivars chartreuse bloemen hebben, heeft talent voor combineren. Neem Euphorbia polychroma. Dat wordt niet al te hoog, bloeit in april-mei en is prachtig samen met allerlei soorten tulpen. Bijvoorbeeld dieproze en bordeaux voor een spannend en toch stijlvol palet. Of met groen-witte of lichtgele tulpen voor een border in subtiel maar fascinerend ton-sur-ton.

Foto Rob Leake via Pixabay

Het boeiende van chartreuse is dat eigenlijk al die geelgroene/groengele bloemen en bladeren (waar ik nog niet eens aan toe ben gekomen) ondanks hun pittige karakter goed samengaan met zowat alle andere kleuren. En dat we ze ten opzichte van rood, roze en paars juist als neutraal of neutraliserend ervaren. Wat mij betreft laat dit zien wat de harmoniserende en verbindende kracht van groen in al zijn tinten en tonen is.

Meer verhalen lezen over groen in al zijn tinten? Je vindt mijn verzamelde blogs over groen hier. Gi-ga-groen bijvoorbeeld gaat over de verschillende betekenissen van groen. En Go Away Green over hoe je met groen dingen kunt laten verdwijnen.

Regelmatig nieuwe verhalen over kleur, tuinen en planten in je mailbox?

Omslagfoto jacqueline macou via Pixabay


0 reacties

Geef een reactie

Avatar plaatshouder

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

18 − drie =