Jaren geleden was ik vergeten hoeveel ik van tuinen houd. Maar kennelijk ook weer niet helemaal want bij de Literaire Boekhandel in Utrecht (nu helaas opgedoekt) kocht ik spontaan het nummer Kunsttuinen van het onvolprezen kunstttijdschrift DADA (nummer 36 uit 2002). Het klinkt misschien wat hoogdravend, maar toch: één artikel zou me altijd bijblijven – en uiteindelijk leiden tot sapgroen.nl. Het ging over ‘De tuinen van het paradijs’ van de Algerijnse kunstenaar Rachid Koraïchi, een tuin die hij ontwierp voor het bekende jaarlijkse internationale tuinenfestival in Chaumont-sur-Loire in 1998.  

Als ik de foto’s bij het artikel nu bekijk, vind ik de tuin in kwestie niet heel bijzonder. Maar toen ik 17, 18 jaar geleden de foto’s van het werk van Koraïchi voor het eerst zag, zag ik iets nieuws, iets totaal anders dan de tuinen die ik kende uit mijn omgeving. Weelderige beplanting binnen strakke kaders: een wilde maar geen verwilderde tuin. Ik wist niet dat zoiets bestond. Bovenal was het een tuin die iets uitdrukte. Die een filosofisch, artistiek en intellectueel statement maakte. Dat deden de knolbegonia’s uit mijn kindertijd niet (sorry tuinierende Reuselnaren uit de jaren ’80). De wereld van tuinkunst ging voor me open.

Deel van ‘De tuinen van het paradijs’ van Rachid Koraïchi, foto uit DADA nr. 36 (2002)

Koraïchi’s tuin is een eerbetoon aan het lange gedicht ‘Samenspraak van de vogels’ (ofwel ‘Vogelgesprekken’) van de mystieke Perzische dichter Farid Al Din Attar (ca. 1145 – 1221). Het ontwerp is gebaseerd op traditionele Moorse tuinen, vol symboliek en met een grote rol voor water. 28 keramieken waterkommen op sokkels, gedecoreerd met tekeningen en symbolen uit de verhalen van Attar, vangen regen op voor de vogels en weerspiegelen de hemel.

De tuin is een feest van kleur maar geur was het uitgangspunt. Er groeien verschillende soorten munt, heliotroop en muskuskruid, vertelt Koraïchi in het artikel in DADA. Munt (Mentha) met zijn lilapaarse of witte bloemetjes staat natuurlijk bekend om zijn frisse, prikkelende geur. Het komt in veel vormen en kruisingen over de gehele wereld voor. Heliotroop (Heliotropium arborescens) is een struikachtige plant met kleine paarse bloemetjes die heerlijk naar vanille ruiken (sommige mensen vinden naar kers), vooral bij warm weer.

Heliotroop

Muskuskruid moest ik even googelen. ‘Adoxa moschatellina’ blijkt een tamelijk zeldzame voorjaarsbloeier. Ik vraag me af hoe Koraïchi hem heeft toegepast want hij is laag en onopvallend, moeilijk om te kweken en geen liefhebber van volle zon. Niet erg geschikt voor een siertuin dus. Bovendien is de weeë rottingsgeur van muskus nou niet bepaald lekker. Het artikel is vertaald uit het Frans. Misschien is daar iets mis gegaan en werd eigenlijk een andere plant bedoeld?

Muskuskruid in het Haagsche Bos
Door Adrie van Heerden (via Verspreidingsatlas.nl) /CC BY 2.0

Hieronder de foto uit DADA nog een keer. Hierop staat geen munt of heliotroop maar andere geurende planten en bloemen. De planten met lila aartjes rechts in het midden (ik heb ze paars omlijnd) lijken op munt maar volgens mij is het dropplant (Agastache), waarschijnlijk de populaire hybride ‘Blue Fortune’. Als je langs de bladeren wrijft ruiken ze naar een mengeling van anijs en drop. Van de bloemetjes en de blaadjes kun je, net als van munt, lekkere thee zetten. Dat kun je beter niet doen met de blaadjes van witte siertabak (Nicotiana sylvestris), de hangende bloemtrossen op de achtergrond (blauw omlijnd). Die geuren zalig, vooral in de avond, maar ze zijn zeer giftig. Hetzelfde geldt voor de witte doornappel (Datura metel ‘Alba’) vooraan (oranje omlijnd).

Ik heb de tuin van Koraïchi helaas nooit in het echt gezien (en geroken). Ik ben zelfs nog nooit naar het tuinenfestival in Chaumont geweest. Het staat al lang op mijn ‘bucketlist’. In 2020 vindt het plaats van 23 april tot en met 1 november. Het thema is ‘Terug naar Moeder Aarde’. Wie weet ga ik het deze keer meemaken.

Edit 25 maart 2022: Joehoe! Sinds het schrijven van deze blog was het muskuskruid een fascinatie van me en vandaag heb ik het voor het eerst in het echt gezien! Namelijk in het Thijssepark in Amstelveen. Waar ik sowieso al rondliep als Alice in Plantenwonderland, maar nu voelde ik me helemaal een volleerde ‘plant hunter‘ 🙂

Muskuskruid in het Thijssepark
Rechts een volop bloeiend exemplaar, links eentje die nog net niet bloeit

Regelmatig nieuwe verhalen over kleur, tuinen en planten in je mailbox? Schrijf je dan in voor mijn nieuwsbrief!


0 reacties

Geef een reactie

Avatar plaatshouder

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

achttien − vijf =