Je kunt het je nu bijna niet voorstellen maar vorig jaar hadden we in mei en juni te maken met hitte en extreme droogte. Alsof we niet in Nederland zaten maar in Nice. Ik moest hieraan denken toen ik afgelopen weekend (op de valreep) de tentoonstelling ‘La grande bleue’ in museum Singer Laren bezocht, over de aantrekkingskracht van het gebied rond de Middellandse Zee op kunstenaars vanaf de 19e eeuw. Niet alleen het ruige en toen nog ongerepte landschap en de vele tinten blauw van zee en hemel inspireerden hen tot het inslaan van nieuwe artistieke wegen maar vooral het intense licht, de scherpe contouren, diepe schaduwen en felle kleuren. Zo legden ze de basis voor vele stromingen in de moderne kunst.

De klimaatverandering heeft grote gevolgen voor de planten die we kunnen toepassen in onze tuinen. Door de hogere temperaturen kun je kuipplanten als oleander, engelentrompet (Brugmansia), wisselbloem (Lantana), Abutilon en Afrikaanse lelie (Agapanthus) tegenwoordig gewoon buiten laten staan in de winter. En eenjarige (perk)planten als surfinia’s en pelargoniums overleven vaak ook. Maar helaas is het verhaal wel wat ingewikkelder want het wordt niet alleen warmer maar ook extremer qua neerslag: in sommige periodes is het heel droog, op ander momenten (zoals deze winter) juist heel nat. Planten uit de mediterrannée kunnen slecht tegen natte voeten in de winter. De tijd zal leren welke populaire tuinplanten, en trouwens ook heesters en bomen, wél klimaatbestendig zijn en van welke we in de toekomst wellicht afscheid moeten nemen.

Van links naar rechts Abutilon, Agapanthus, Lantana en Surfinia (foto’s resp. 6028523, congerdesign, Hans en Markus Winkler, allemaal via Pixabay)

Collega-tuinbloggers Hetty en Margo leggen een interessante link tussen kleur en klimaat. Ze werpen de vraag op: kunnen we vanwege het intensere zonlicht niet beter gaan kiezen voor fellere kleuren in de tuin? Immers, zachte en koele kleuren (zoals lichtroze, lila en blauw) zijn mooi in gedempt licht maar in felle zon lijken ze flets of vallen ze zelfs helemaal weg. Omgekeerd komen uitgesproken kleuren (zoals die van veel bloeiende planten uit warme streken) het beste tot hun recht in intens zonlicht. Een foto van een gigantische hardroze bougainville (Bougainvillea), hangend over een afgebrokkelde pleistermuur of een ander pittoresk bouwwerk, tegen een zinderende knalblauwe lucht zou in de nabije toekomst zomaar gewoon in Nederland kunnen worden genomen.

Het is objectief meetbaar dat het aantal zonuren hier in Nederland per jaar sterk toeneemt: de Top 10 van zonnigste jaren bestaat bijna helemaal uit jaren uit deze eeuw. Zelfs 2023, dat ook nog eens recordnat was, staat op nummer 6. Ook kunnen we objectief vaststellen dat het steeds warmer wordt; zie bijvoorbeeld de blauw-rode klimaatstreepjescode en het klimaatdashbord van het KNMI. Verder neemt de zonnestraling, in ieder geval in de lente, toe, onder andere doordat de lucht schoner is geworden en door een afname in de bewolking. Dus ontegenzeglijk worden tuinen die al zonnig waren nóg meer zonovergoten.

Toch is hiermee volgens mij niet de vraag beantwoord of het zonlicht zélf ook verandert, feller wordt, intenser, mediterraner. We zitten hier op een andere breedtegraad dan Nice of Palermo dus het zonlicht valt onder een andere hoek in en heeft dus een andere golflengte. Klimaatverandering verandert niks aan die geografische ligging.

Still uit de documentaire ‘Hollands Licht’

Het typisch Nederlandse licht is al eeuwenlang een inspiratiebron voor kunstenaars. Zij gingen zelfs op ‘culturele bedevaart’ om het te ervaren. De makers van de documentaire ‘Hollands Licht’ (te bekijken via 2doc.nl) gingen op zoek naar de werkelijkheid achter die mythe: bestaat er echt zoiets als typisch Nederlands licht, en zo ja, waar wordt het door veroorzaakt? Of is het een illusie? Opvallend vond ik dat in de film geen eenduidig beeld van dat licht naar voren komt. Sommige kunstenaars en wetenschappers noemen het zacht, koesterend en gefilterd. Andere benoemen juist de speciale helderheid waardoor felle kleuren eruit springen. Weer andere zeggen dat het in de schilderkunst zélf zit. De documentaire eindigt met de conclusie dat Hollands licht altijd hetzelfde en altijd anders is. Tja.

Na maanden van regen en donkere luchten was de tentoonstelling in Singer Laren een verademing. Een van de verrassingen voor mij was het werk van de Nederlandse colorist Wim Oepts (1904-1988), die heel bekend blijkt maar die ik nog niet kende. En in de laatste zaal met de titel ‘Diepblauw’ hing (onder andere) een monochroom van Yves Klein, IKB 63 (1959). In Groen is wél een kleur blogde ik hier onlangs nog over dus het was leuk er eentje in het echt te zien. De zaal als geheel stemde trouwens niet vrolijk; die ging over de huidige tragedies op de Middellandse Zee – nóg zo’n vreselijke actualiteit.

Links Wim Oepts – ‘Haven te St. Tropez’ (1969), rechts Wim Oepts – ‘Weg naar Saint-Anne’ (1946)

De opvolger van ‘La Grande Bleue’ is de tentoonstelling ‘Frisse wind. Impressionisme van het noorden’. Vanaf volgende week gaat die laten zien hoe het impressionisme in Nederland, Duitsland en Denemarken een eigen gezicht kreeg door ‘het frisse groen, het gedempte licht en de steeds wisselende wolkenluchten’. Misschien levert die een ander stukje van de puzzel? In ieder geval moet ik er niet aan denken dat die frisse wind ooit iets van het verleden wordt. Want Nice is prachtig maar ik wil er niet wonen.

Een tijdje terug inspireerde het weer me ook tot een blog. Code oker gaat over de weerwaarschuwingen van het KNMI.

Meer blogs lezen over kleur in relatie tot beeldende kunst? Je vindt ze hier.

Regelmatig nieuwe verhalen over kleur, tuinen en planten in je mailbox?

Omslagbeeld Klimaatstreepjescode van het KNMI

Categorieën: BlogKunst