Afgelopen donderdag was ik met een aantal medecursisten van de OntwerpAcademie op excursie in Rotterdam. Onder leiding van landschapsarchitect Marieke de Keijzer bezochten we de Groene Parels van de stad, ofwel de (soms verborgen) bijzondere plekken op het gebied van tuin- en landschapsarchitectuur.
Nou, die Groene Parels vonden we. Vooral de historische tuin Schoonoord, het joods monument bij Plein Loods 24 en de groene terrassen (en de luxe jachten!) aan de Entrepothaven maakten indruk op me.
Op de Kop van Zuid, het prestigieuze herontwikkelingsgebied vlakbij de Erasmusbrug, vonden we wat anders. Om precies te zijn in de Ichtushof, een binnentuin die in 2010 tussen een aantal kantoorkolossen is aangelegd bovenop een metrobuis. Dit civieltechnische en bouwkundige hoogstandje werd ontworpen door de vooraanstaande architect Erick van Egeraat. Piet Oudolf, al even vooraanstaand, werd gevraagd het beplantingsplan te maken. Hij bedekte de glooiende hellingen met verschillende soorten grassen met daarin eilandjes van onder meer salvia, amsonia en aster. Her en der geplante papierberken geven het geheel een ‘noordelijke’ uitstraling.
Helaas heeft de tuin veel te lijden onder de vrij extreme omstandigheden ter plekke: felle zon of juist diepe schaduw, voortdurende harde wind, het feit dat de planten niet in de volle grond groeien en de droogte van afgelopen zomers. Flinke stukken van de Ichtushof waren dan ook verdord en de ‘groene’ wanden, voorzien van staalkabels waarlangs klimplanten omhoog worden geleid, waren voor een groot deel kaal.
Toch maakte mijn hart een bescheiden sprongetje want tussen de bladeren van de klimplanten die het wél goed deden ontdekte ik paaseitjes. Eironde gespikkelde bolletjes in snoeperige kleurtjes. Het waren de bessen van Ampelopsis brevipedunculata ofwel porseleinbes of sierwingerd. Net als zijn neefje de druif bloeit hij in de zomer met onopvallende witgroene bloemetjes en kan hij vele meters hoog groeien. In het najaar verkleuren de geelgroene bessen via verschillende fasen uiteindelijk naar staalblauw.
In de natuur zijn veel bessen rood of oranje en dat is niet voor niets want daardoor kunnen vogels en andere zaadverspreiders ze goed vinden. Maar er zijn ook klimplanten en heesters met gele, oranje, donkerblauwe of zwarte (sier)bessen, soms ‘in het wild’ ontstaan, soms gekweekt. Van de bekende oranje lijsterbes hebben kwekers bijvoorbeeld cultivars met roze en witte bessen ontwikkeld. Mahonia, een struik die je vaak ziet langs gevels en in gemeenteplantsoenen en die in de winter bloeit met citroengele geurige bloemetjes, heeft net als de porseleinbes staalblauwe bessen. De bessen van de pindakaas- of kansenboom zijn ook echte blikvangers: ze steken scherp af tegen de stervormige rode kelkbladeren en verkleuren van het wat grijzige staalblauw naar diep zwartblauw.
De aantrekkingskracht van de porseleinbes is dat je zoveel verschillende tinten pastels (mintgroen, lila, turkoois, roze) tegelijkertijd aan één trosje ziet. Het lijkt wel chemie en dat is het ook, de chemie van de natuur in de herfst, als stofjes met andere kleuren het steeds meer overnemen van het bladgroen. Het was ook serendipiteit, daar in Rotterdam. We zochten parels en we vonden paaseieren. Mag trouwens van mij ook best andersom hoor, straks met Pasen.
Meer lezen over de kleuren van de herfst? In Oudewijvenzomer blogde ik bijvoorbeeld over de herfstverkleuring van bladeren (waarom kleuren sommige zo mooi rood en andere niet?), en in Shinen op Dress Red Day over rood in de herfst en in andere jaargetijden.
Regelmatig nieuwe verhalen over kleur, tuinen en planten in je mailbox?
0 reacties